Mijn hond heeft stress – of toch niet?
Steeds meer honden krijgen moeilijkheden met het alsmaar drukker worden van de wereld rondom hun. Het hectische bestaan van ons als mensen is niet voor elke hond even makkelijk om te volgen. Wat kan er nu allemaal aan de oorzaak liggen van het steeds minder verdraagzaam worden van onze honden? Lees meer hierover in de volgende blog.
De steeds minder verdraagzame hond
Het minder verdraagzaam worden van een hond kan verschillende oorzaken hebben. Een paar oorzaken komen aanbod in deze blog:
- Medisch probleem (ziekte of andere aandoening);
- pijn;
- oververmoeidheid;
- stress;
- overprikkeling.
Er zijn natuurlijk nog veel andere oorzaken, maar deze komen bij mij in de praktijk heel vaak voor.
Medisch probleem en pijn
Wat weinig mensen weten is dat gedragsverandering in het algemeen heel vaak het gevolg is van een medisch probleem en zelf van pijn. Pijn is een factor die heel dikwijls over het hoofd gezien wordt. Vaak als ik klanten aanspreek over wat ik zie bij hun honden en vertel dat dit een gevolg is van mogelijke pijn, krijg ik meestal een volgend antwoord:
- “Hij jankt of piept toch niet.”
- “Hij mankt toch niet”
- “Ik zie er niets aan hoor…”
Ergens snap ik mijn klanten wel. Vaak lopen de honden nog gewoon rond zonder echt duidelijke signalen te laten zien. Soms gebeurt het wel eens dat er signalen zijn die de mensen zelf niet herkennen. Honden die vlug moe zijn, steeds gaan zitten of liggen. Hun poten niet goed gebruiken of bij het zitten heel raar gaan zitten… Ik heb ook al geweten dat er honden binnenkomen die enkel na nauwkeurige observatie laten zien dat er iets is. Dan is het natuurlijk voor een leek heel moeilijk om te begrijpen wat wij als professionals bedoelen.
Lichaamstaal gaat ook veel verder dan enkel gangwerk en signalen die de hond duidelijk laat zien. In de blik van de hond kan je ook vaak veel te weten komen (zonder zweverig over te komen). Als er dan iets opgemerkt wordt, kan ik mijn klanten natuurlijk wel gericht doorverwijzen om een mogelijk probleem uit te sluiten en al dan niet op te lossen.
Ik persoonlijk werk met dierenarts/acupuncturist, osteopaat, voedingsdeskundige en (voor mij) betrouwbare dierenartsen samen. Door mij te omringen met goede professionals, kan ik gerust zijn als ik klanten doorstuur.
Als het medische deel is opgelost of uitgesloten kunnen we verder met de training. Natuurlijk kan het zijn dat het niet enkel medisch is. Als de hond al lang last heeft van een medisch probleem, kan het gedrag aangeleerd zijn en moet dit wel verder met training aangepakt worden.
Oververmoeidheid
Iets waar misschien minder aan gedacht wordt maar heel belangrijk is, is de kwaliteit en de hoeveelheid van slaap. Bij jonge pups geef ik de raad aan mijn klanten om de pup ongeveer 16 à 18u slaap per dag (24u) te geven. Niet dat dit exact moet nageteld worden, maar het is toch een belangrijk element in het ontwikkelen van een stabiele pup/hond.
Bij pups ga je wel al effect kunnen zien van te weinig slaap (of van te weinig kwalitatieve slaap). Dit uit zich meestal in over-the-top gedrag. Pups die tijdens het spelen bijten (normaal), maar blijven bijten en niet willen stoppen. Pups die niet willen rusten en steeds maar meer “irritant” gedrag gaan vertonen.
Dit heeft dikwijls met oververmoeidheid te maken. Geef ze voldoende rust! (Wil je graag meer weten over wat rust kan doen met je hond? Lees gerust mijn blogpost hierover.)
Mocht je tijdens de puppytijd je pup echt te weinig rust geven, of is de kwaliteit van de slaap tijdens deze periode niet naar behoren dan kunnen er zich meer problemen voordoen vanaf de puberteit. Puberteit is al een moeilijke periode voor de jongvolwassen hond (en voor de mens 🙂 ), maar het slaaptekort kan daar ook nog bovenop komen. Dan wordt het ook dikwijls als overprikkeling benoemd.
Dit kan een deel zijn van het probleem van je hond, meestal gaat dit gepaard met nog andere zaken. Spijtig genoeg is oververmoeidheid bij honden niet even snel opgelost door ze een paar dagen meer te laten slapen.
Stress
Stress is niet altijd negatief !
Dat is nogal een binnenkomer hé. Stress wordt dikwijls in een slecht daglicht gezet omdat wij als mensen het precies alleen maar kennen als iets negatiefs. Bij stress gebeurt er veel in het lichaam, er zijn veel hormonen in het spel en fysiologische processen… Ik ga hier een verkorte versie geven van wat stress kan doen en doet met de hond. Ik wil een duidelijk beeld scheppen voor jullie zonder al het wetenschappelijke erachter. (Wetenschap is zeker heel belangrijk, maar is niet altijd even makkelijk om te begrijpen)
De volgende tekening gaat het een stuk makkelijker maken om de uitleg te kunnen volgen.
(1) Ieder levend wezen heeft een basaal level van stress. Anders kan het niet bestaan. Ook wij mensen hebben een gezonde portie stress nodig om te kunnen leven. Dit is niet anders bij honden.
(3 b) Bovenop de wasbak staat een “+” en een “-“. Deze stellen de positieve stress en de negatieve stress voor. Alles dat de hond gedurende de dag meemaakt komt terecht in zijn spreekwoordelijke stress wasbak. Dus het level stijgt.
(2) Op een bepaald moment wordt het teveel en komen we aan de spreekwoordelijke “druppel die de emmer doet overlopen (hier de wasbak). En dan volgt er een explosieve reactie.
(3 a) Nu kan er natuurlijk ook wel op verschillende manieren stress uit het lichaam weg gaan. Later hierover meer.
Dit is één belangrijk deel van hoe stress werkt in het lichaam (simpel uitgelegd).
Een tweede belangrijk onderdeel bij het begrijpen van stress zijn de stresshormonen. Er zijn er verschillende die allemaal hun rol spelen. Twee heel belangrijke zijn adrenaline en cortisol. Zoals hierboven afgebeeld. Als de hond een prikkel (iets waar de hond stress van krijgt, kan bv een andere hond zijn, een kat die wegvlucht, een auto…) ziet dan stijgt adrenaline in het lichaam. Dit is het hormoon dat het lichaam klaarmaakt om direct in actie te komen. We zien ook wel dat als het “gevaar” geweken is, adrenaline vrij snel terug uit het lichaam verdwijnt. Tenzij bij chronische stress (maar dat is voor een andere blog).
Cortisol daarentegen stijgt ook bij het optreden van “gevaar” maar blijft veel langer in het lichaam. Dit kan zelfs tot 18u in het lichaam blijven zitten voor het volledig is verdwenen.
Welke invloed heeft dit nu op ons hele verhaal?
Situatie 1:
Schets: Je hond is reactief naar andere honden.
Je vertrekt ’s morgens goed uitgerust (je hond en jij) aan een stevige wandeling. De eerste hond (prikkel 1) die je tegenkomt gaat prima. Een lichte reactie, maar dat ben je gewoon. Geen enkel probleem.
Verder op de wandeling kom je een tweede hond (prikkel 2) tegen, maar hier begint je hond al wat feller te reageren. Nu ben je op je hoede. Dit ben je altijd al wel, want je weet dat je hond het moeilijk heeft met andere honden. Tegen het einde van je wandeling hoop je dat je niets meer tegenkomt, maar niets is minder waar. Net voor je je straat in gaat kom je terug een hond tegen (prikkel 3). Je hond gaat helemaal door het lint en je kan hem nog net houden. Dit had je niet verwacht…
Situatie 2
Zelfde hond
Dag 1 verloopt hetzelfde als in de eerste situatie maar je hebt geluk en komt maar 2 honden tegen. De rest van de dag is je hond rustig thuis. Er komen ’s avonds nog vrienden op bezoek, de kinderen spelen in de tuin. Een leuke zaterdag op een zonnige dag.
Zondag sta je terug fris en monter op om een wandeling te gaan maken met je hond. Maar nu gebeurt er iets waar je helemaal niet op voorbereid was. Bij het zien van de eerste hond (prikkel 1 / dag 2), verliest je hond volledig zijn controle en gaat volledig door het lint.
Hoe kan dit?….
Dit is een typische situatie van de cortisol die nog steeds in het lichaam zit van de dag voordien. Het zal niet enkel de wandeling van de dag ervoor zijn geweest maar waarschijnlijk ook de drukte van de avond.
Triggerstacking
Er kan zich nog een situatie voordoen, die niet direct iets te maken heeft met de hormonen, maar wel met de tijd waarop de prikkels zich aanbieden.
We nemen even een hond die op verschillende prikkels reageert. Ik heb hier als voorbeeld even honden, fietsers en auto’s genomen. Het kan uiteraard van alles zijn.
Op zich kan de hond in ons voorbeeld de prikkels apart goed aan. (Wel rekening houdend met het opbouwen van cortisol, wat we hiervoor besproken hebben).
Elke prikkel apart op een wandeling geen enkel probleem. Dit kan hij plaatsen en er is geen probleem.
Het probleem komt als de hond de drie prikkels heel kort achter elkaar ziet of ervaart. Dan krijg je het fenomeen “triggerstacking”. De prikkels komen allemaal tezamen op korte tijd en dan ontploft de hond.
Wat kunnen we nu aan dit alles doen?
Even terug naar onze stress wasbak. De puntjes 3a en 3b daar kunnen we met management en met training aan werken.
We kunnen ervoor zorgen dat de hond beter zijn stress uit zijn lichaam kan laten afvloeien (3a). We kunnen ook door management en training beter gaan controleren wat er binnen komt van stress. Het enige waar we niets aan kunnen veranderen is de grote van de wasbak. Deze wordt genetisch bepaald en zal zijn hele leven zo blijven. Er zijn honden die geboren worden met een wasbak ter grootte van een mok, andere worden geboren met een wasbak die zo groot is als een meer bij wijze van spreken.
De grote van de wasbak ligt genetisch vast en kunnen we niet veranderen door training of management.
Om 3a en 3b te kunnen beïnvloeden moeten we hond per hond gaan bekijken. Stress verminderen in het lichaam kan op verschillende manieren:
- snuffelen
- kauwen
- lekken
- slapen
- …
Om enkele zaken op te noemen.
Heb je een hond die kampt met deze problemen? Wil je er graag aan werken? Neem dan gerust contact op met mij via het contactformulier. Samen bekijken we hoe we jullie viervoeter kunnen helpen.
Dogs & dreams